Beatrixstraat, Breda (formerly NAC)
Netherlands, province: North Brabant
First visit: 14 X 1989 / NAC - RBC 3-0 / Netherlands, League 2
Last visit: 12 V 1996 / NAC - NAC XI (former NAC players) 2-2 / Friendly
132 match visits in total
Note 1: ground was demolished in May 1996
Note 1: ground was demolished in May 1996
Note 2: Below these photos, I have added an article (in Dutch) about my childhood memories of this stadium (written in 2011).
All photos: (c) W.B. Tukker / www.extremefootballtourism.blogspot.com. Publication of any of these images only after permission of author
HERINNERINGEN AAN DE BEATRIXSTRAAT
Inauguratie : 1940
Verbouwingen : 1957, 1960, 1969, 1977
Lichtinstallatie : 1975
Afgebroken : 1996
Verantwoording
Al langer koesterde ik het plan om een topic te wijden aan het
stadion dat wat mij betreft – zeker naarmate de herinneringen vager worden –
het allermooiste is dat er ooit gestaan heeft: het NAC-stadion aan de
Beatrixstraat. Onder dit artikel geen bronvermelding, omdat het voornamelijk
persoonlijke herinneringen betreft.
Mijn debuut (1989)
Op 14 oktober 1989 zag ik er
als elfjarige mijn eerste wedstrijd: NAC-RBC (3-0). In die jaren was er een
penaltybokaal waarin C-junioren van twee amateurclubs in de rust op de
reservekeeper van NAC vijf strafschoppen mochten nemen. Ron de Grauw was tweede
doelman van dienst en hij nam deze taak steevast met zichtbare tegenzin op
zich. Op deze oktoberavond was mijn clubje van toen, VVR, aan de beurt. Er
gingen vanuit Rijsbergen een paar bussen met VVR-jeugdleden mee, die een
plaatsje kregen in vak D, in de hoek van de overdekte staantribune; in die
jaren in de eerste divisie was dit vak gereserveerd voor jeugd. Ik herinner me
dat ik het grootste deel van de wedstrijd pal aan het hek heb gestaan, bij de
cornervlag en er zeer van onder de indruk was dat ‘grootheden’ als Patrick Dick
(wie?) en Gerry Voets op luttele meters afstand van mij hun kunsten uitvoerden.
Voetballers waren voor mij tot dan toe foto’s van Paniniplaatjes. Nu kwam die
magische wereld ineens een stuk dichterbij.
Later in dezelfde jaargang ben
ik nog eens, na lang zeuren en aandringen mijnerzijds, aan de hand van stiefvader meegegaan – we zaten op de houten zittribune onderaan de hoofdtribune en
regenden kletsnat, terwijl NAC opnieuw met 3-0 won, ditmaal van Frans Körvers
Helmond Sport. Het seizoen erna kocht hij twee seizoenkaarten voor de hoge
eretribune. Daar hebben we twee jaar gezeten, waarna ik in mijn eentje
verhuisde naar staanvak C. Dit vak werd op een bepaald moment samengevoegd met
de B-side, die zich aan de lange zijde van het stadion bevond, tegenover de
hoofdtribune. Meestal ging ik vanuit Rijsbergen op de fiets naar de wedstrijden,
een kleine tien kilometer. Ik ging ook naar school in Breda en was deze afstand
dus gewend. Mijn fietsje parkeerde ik bij Café Cordial, pal naast de ingang van
het terrein. In totaal heb ik aan de Beatrixstraat tussen 1989 en het einde van
het stadion in 1996 ruim 130 wedstrijden gezien.
De eerstedivisiejaren (1989-1993)
NAC was in 1989-1990
eerstedivisionist en speelde gemiddeld voor zo’n 4.500 man zijn
thuiswedstrijden. De allerzwartste jaren uit de clubgeschiedenis waren net
voorbij. In het seizoen 1987-1988 moest zelfs de massagetafel van verzorger
Gerard van der Wiel worden verkocht om een faillissement af te wenden. NAC werd
twee-na-laatste in de eerste divisie. Trainer Hans Verèl mocht echter blijven
en met een elftal van veelal jonge spelers gaan bouwen. In 1988-’89 was er al
stevige verbetering met een middenmootpositie, die onder meer werd afgedwongen
dankzij de dynamische, van Sparta overgenomen middenvelder Andro Knel. In de
zomerstop van 1989 zou hij omkomen bij de vliegramp in Zanderij. Een jaar later
deed NAC zowaar mee in de top van de eerste divisie, al werd al snel duidelijk
dat het SVV van John van Dijk en Dick Advocaat ongenaakbaar kampioen zou worden
– ja echt, dat is het SVV wat vandaag de dag in de 3e klasse van de
zondagamateurs acteert. NAC eindigde verdienstelijk tweede, maar zou in de
nacompetitie tegen Go Ahead en Heerenveen ten onder gaan.
Inmiddels was Hans Verèl
zijn baan kwijtgeraakt aan Cor Pot. De Rotterdamse trainer werd nooit populair
in Breda, noch bij zijn spelers, noch bij de supporters. “Pot rot op”, stond er al bij de eerste wedstrijd van seizoen
’90-’91 op een enorm spandoek dat bij de B-side werd ontrold. Al zou NAC
opnieuw promotie mislopen, dit seizoen is in mijn herinnering het allermooiste.
Pot liet zijn elftal zeer aanvallend voetbal spelen en in thuiswedstrijden
regende het doelpunten (er vielen uitslagen als 5-3, 5-2, 4-0, 4-3, 7-1, nog
een 4-3, 5-0 en als klap op de vuurpijl een 6-4 in de laatste wedstrijd, tegen Haarlem). De
flegmatieke, maar begaafde Dennis van der Gijp excelleerde op het middenveld.
Gedurende het seizoen zou hij zijn plek verliezen aan Ton Lokhoff, die van
Feyenoord werd teruggehaald. Dankzij zijn inbreng werd het aanvalsspel allen
nog maar opwindender. In de spits liepen John Lammers en Ton Cornelissen, die
allebei aan de lopende band scoorden (Lammers 15 doelpunten, Cornelissen 35!).
Keeper was John Karelse, achterin stonden Hans van den Dungen, Danny Schrijvers
(de zwakste schakel), Ruud Brood en linksachter Jacques Koumans of John Smit.
Op het middenveld liepen Peter Remie, schaver Gerard den Haan, Lokhoff / Van
der Gijp en Johan Gabriëls. Toen Brood halverwege het jaar zwaar geblesseerd
raakte, werd de liberopositie op briljante wijze ingevuld door routinier – en
eigenlijk aanvaller – Cees Schapendonk.
Af en toe mocht Wanny van
Gils ook opdraven, een zeer sloom ogende, maar af en toe briljante speler die
in de as op elke positie kon spelen. Bij de supporters werd Van Gils
afwisselend bejubeld en verguisd; “Wanny, Wanny, hij wil wel maar hij kannie”
is een legendarisch geworden yell uit die jaren. Van Gils was bezig aan zijn
laatste seizoen in het betaalde voetbal. Hij zorgde voor hét moment dat elke
NAC-supporter uit die tijd nog op het netvlies gegrift zal staan: in de verder
niet meer zo belangrijke thuiswedstrijd tegen Eindhoven (3-0) – niet meer zo
belangrijk, omdat De Graafschap het SVV van 1990-‘91 was – scoorde hij deeerste treffer na een slalom vanaf eigen helft om een man of vijf, zes van
Eindhoven heen, inclusief keeper Van der Sleen.
In de nacompetitie won NAC
de poule met AZ en FC Zwolle, maar verloor op een haar na de finale tegen VVV
(1-0 verlies in Venlo, 2-1 winst in Breda). Het stadion aan de Beatrixstraat
was afgeladen vol en de stemming was er ongezien. Des te groter ook de
verslagenheid – zowel op het veld als ernaast – toen Driessen namens VVV de 2-0
in 2-1 omboog. Ik heb dagenlang met mijn ziel onder de arm rondgelopen. NAC was
de veel betere ploeg, maar moest nu in de barrage met de nummer 16 van de
eredivisie, opnieuw het vermaledijde SVV, aan de slag. De pijp van de spelers
was echter leeg: 1-4-verlies in eigen huis en daarna een zinloze wedstrijd in
een bijna lege Kuip: 1-1. Het seizoen eindigde in mineur.
Het jaar erna is alles
minder. De verhouding tussen de spelersgroep en Cor Pot wordt slechter en
slechter. Spelers melden anoniem aan journalisten van De Stem dat ze voor deze
trainer hun best niet wensen te doen. De sfeer in het stadion wordt grimmig. De
B-side keert zich nu massaal tegen Cor Pot en laat het eigen vak tijdens de
thuiswedstrijd tegen RBC gedurende de eerste helft leeg. Na de thuisnederlaag
tegen AZ grijpt het bestuur in en vervangt Pot door troubleshooter Jo Jansen. Onder hem gaat het nauwelijks beter. NAC
haalt de subtop en een nacompetitieplaats, maar promoveert opnieuw niet.
Reportage rond de wedstrijd
tussen NAC en de club die dat jaar kampioen werd, SC Cambuur. Jo Jansen mag de
hoofdrol vertolken in een bijwijlen koddig filmpje. De rellen na afloop van het
duel (0-2) komen niet aan bod. Het was niet altijd hosanna aan de Beatrixstraat
en supportersrellen kwamen beslist voor.
Het stadion
Het NAC-stadion aan de
Beatrixstraat werd gebouwd in 1940; voordien speelde men aan de Haagweg,
gelegen tussen Breda en Princenhage – oorspronkelijk een dorp op zich, maar in
het interbellum aan de zuidrand van de stad vastgegroeid. Het nieuwe terrein
ligt op een steenworp afstand van het stadscentrum, in het Burgemeester Van
Sonsbeeckpark – ‘Het Ei’ geheten in de volksmond naar het gelijknamige zwembad
achter het stadion. Het veld wordt omgeven door de deftige huizen aan de
Beatrixstraat en de Bernhardsingel – aan de Beatrixstraat kunnen mensen vanaf
hun balkons meekijken en bij belangrijke wedstrijden puilen ook de dakramen
uit.
De tribunes rond het
hoofdveld zijn een aantal keren verbouwd – de laatste van deze verbouwingen
vond plaats in 1977, toen de karakteristieke, hoge dubbeldekszittribune verrees
aan de Princenhaagse zijde van het stadion. De overige drie zijden boden louter
staanplaatsen, waarvan die aan de lange kant met overkapping. In totaal konden
18.500 mensen het stadion bevolken, maar nadat verstrengde
veiligheidsmaatregelen waren ingevoerd, hield de teller al op bij +/- 13.000
man.
Eveneens in de jaren ’70
werd het terrein voorzien van verlichting. NAC ging op zaterdagavond spelen en
het spreekwoordelijk geworden ‘Avondje NAC’ (een slimme publiciteitskreet
bedacht door de toenmalige hoofdtrainer Bob Maaskant) werd een feit. Achter de
hoofdtribune verrezen rond 1990 nog een sponsorruimte en een
administratiekantoortje, maar deze hadden toch meer weg van kartonnen dozen dan
van permanente bouw.
Promotie naar de eredivisie (1993)
Het seizoen 1992-’93 begint
buitengewoon matig. Ondanks het aantrekken van sterke spelers als Romeo Zondervan
en Geert Brusselers – Pierre van Hooijdonk was in de loop van het seizoen
ervoor de gelederen komen versterken – slaagt de nieuwe trainer Piet de Visser
er niet in de ploeg aan het draaien te krijgen. Oververmoeid wordt de Zeeuwse
oefenmeester in januari opgevolgd door een man die juist zijn trainersdiploma
heeft gehaald: Ron Spelbos. De no nonsense-werkwijze van Spelbos slaat aan bij
de notoir lastige spelersgroep – de grootste querulant, Hans van den Dungen,
wordt op de tribune gezet – en het gaat draaien. NAC pakt, dankzij onder meer
een 6-0-zege op BV Emmen en een 8-0 tegen SC Heracles ’74, in maart de
periodetitel en kan zich daarom opnieuw opmaken voor de nacompetitie (de titel
gaat naar VVV).
Intussen is de vonk van het
veld naar de tribunes overgeslagen en heeft een aantal eigenaardige yells
ingang gevonden, waaronder het nog steeds gangbare ‘Ronald Spelbos Yellow
Armée’ alsmede ‘Zigge-zagge N.A.C.’ (de laatste kreet onder aanvoering van de
prettig gestoorde aanjager van de B-side, Siep); ook het community singing,
waarbij tribunes met elkaar een vraag-en-antwoordspel aangaan, vindt zijn
oorsprong in de eerste maanden van 1993. In de nacompetitie (de vierde op rij) komt NAC in een
poule terecht met De Graafschap en eredivisionist Den Bosch. Uit de vier
wedstrijden wordt het maximum van de punten behaald, maar zonder moeite gaat
dat niet. De thuiswedstrijden zijn ware happenings met uitpuilende tribunes en
bloedstollend spannende scenario’s op het veld. De beslissing valt in De
Vliert, waar NAC voor een reusachtig legioen van eigen supporters Den Bosch met 0-3 verslaat. Een volksfeest barst los – al filerijdend tussen Den Bosch en
Breda, en ’s avonds op een overvolle Grote Markt. Voor het eerst sinds acht
jaar mag NAC weer naar de eredivisie.
Mooie laatste jaren (1993-1996)
De plannen voor een nieuw
stadion zijn er al sinds eind jaren ’80; het oude onderkomen is verouderd en
bovendien voor de ambities van NAC (de eredivisie) te klein. Vanaf 1995 wordt
gebouwd aan de uitvalsweg tussen Breda en de Haagse Beemden / Prinsenbeek, aan
de westkant van de stad; het nieuwe stadion zou medio 1996 in gebruik worden genomen.
Tot die tijd mocht de
Beatrixstraat nog genieten van drie ‘vette’ NAC-jaren met volle tribunes,
dikwijls ongelofelijke sfeer, een goed elftal en prima resultaten. In het
eerste jaar na de promotie eindigde NAC – met Lokhoff, Van Hooijdonk en Lammers
nog steeds als sterkhouders – direct in het linkerrijtje. Het seizoen erna werd
alles minder, mede door het tussentijdse vertrek van Pierre van Hooijdonk naar
Celtic, al was de 2-2 thuis tegen Ajax (gelijkmaker van Lokhoff in de laatste
minuut) een regelrecht hoogtepunt; nog nooit heb ik zo’n orkaan van geluid
horen opstijgen als die avond na het laatste doelpunt.
Dieptepunten waren er in die
drie jaar ook; ik denk dan met name aan de wedstrijden tegen Feyenoord die
ofwel uit de hand liepen (aangespoord door eigen spelers veroveren
Feyenoord-hooligans thuisvakken) ofwel gepaard gingen met zoveel
veiligheidsmaatregelen, dat van een ongedwongen sfeer geen sprake meer was; het
stadion werd omgeven met zeecontainers en zelfs kleine kinderen werden
gefouilleerd. De uitslag was altijd hetzelfde: verdiend of onverdiend,
Feyenoord won (driemaal voor de competitie, en éénmaal voor de beker).
In 1995-’96 wordt Spelbos
vervangen door Wim Rijsbergen. Onder hem speelt NAC tot het laatst mee om
Europees voetbal en worden, vooral aan de hand van de doelpunten en tomeloze
inzet van de Australische spits Graham Arnold, spectaculaire overwinningen
geboekt op PSV, Heerenveen en FC Utrecht. NAC-SC Heerenveen was één van de
laatste thuismatchen van het seizoen. Vlak voor de aftrap ging door een fakkel
het dak boven de overdekte staantribune in brand. De supporters op de B-side –
ondergetekende incluis – rennen voor hun leven. Gelukkig komt iedereen met de
schrik vrij; met een uur vertraging gaat vervolgens ook op het veld ‘het dak
eraf’ en wint NAC ondanks een vroege achterstand (0-1 binnen 10 seconden) met
5-1. De gebeurtenissen in Breda die avond halen zelfs het toen nog o-zo-formele
NOS-Journaal.
Jammer genoeg krijgt het
stadion geen waardig einde. De laatste competitiewedstrijd (ook afscheidswedstrijd van Ton Lokhoff voor
eigen publiek) gaat verloren (0-3 tegen Feyenoord); vervolgens vinden er bij de
feestelijkheden rond de daarna nog voor een vol stadion georganiseerde vriendenwedstrijd
van NAC tegen Oud-NAC onverkwikkelijke taferelen plaats, waarbij hooligans het
veld opstormen en het protocol om zeep helpen.
Niets wat er bleef voor mij dan een ansicht en
herinneringen
In de zomer van 1996 werd
het NAC-stadion in rap tempo afgebroken. Het terrein – dat ook enkele
trainingsvelden omvatte – is intussen omgeturnd tot een nette woonwijk met
straten die namen hebben gekregen die net als de Beatrixstraat refereren aan leden
van de Oranjefamilie. Ongelukkig genoeg is er niets dat nog herinnert aan het
stadion: geen monument, zelfs geen gedenkplaquette (update: daar kwam in 2012 verandering in). Zelfs het legendarische
café ‘De Cordial’, dat vlak naast de ingang van het terrein stond, is weg.
Het heimwee naar het oude
stadion is nooit verdwenen. Helaas heb ik, behalve twee luchtfoto’s gemaakt
tijdens een rondvlucht die ik met twee van mijn klasgenoten in 1995 won met een
sporttoernooi op school (mijn gymdocent had een vliegbrevet!), nooit zelf
foto’s gemaakt van het terrein. De rest van de bovenstaande foto's heb ik later bijeen verzameld.
Als het verleden niets
betekent voor het heden
Wat betekent het heden dan
voor de toekomst?
Leve de nostalgie!
© W.B. Tukker - 2011