Saturday 14 October 1989

NETHERLANDS: NAC (1940-1996)

Beatrixstraat, Breda (formerly NAC)

Netherlands, province: North Brabant

First visit: 14 X 1989 / NAC - RBC 3-0 / Netherlands, League 2
Last visit: 12 V 1996 / NAC - NAC XI (former NAC players) 2-2 / Friendly
132 match visits in total

Note 1: ground was demolished in May 1996


Note 2: Below these photos, I have added an article (in Dutch) about my childhood memories of this stadium (written in 2011).









All photos: (c) W.B. Tukker / www.extremefootballtourism.blogspot.com. Publication of any of these images only after permission of author

HERINNERINGEN AAN DE BEATRIXSTRAAT

Inauguratie                : 1940
Verbouwingen          : 1957, 1960, 1969, 1977
Lichtinstallatie           : 1975
Afgebroken               : 1996

Verantwoording

Al langer koesterde ik het plan om een topic te wijden aan het stadion dat wat mij betreft – zeker naarmate de herinneringen vager worden – het allermooiste is dat er ooit gestaan heeft: het NAC-stadion aan de Beatrixstraat. Onder dit artikel geen bronvermelding, omdat het voornamelijk persoonlijke herinneringen betreft.

Mijn debuut (1989)

Op 14 oktober 1989 zag ik er als elfjarige mijn eerste wedstrijd: NAC-RBC (3-0). In die jaren was er een penaltybokaal waarin C-junioren van twee amateurclubs in de rust op de reservekeeper van NAC vijf strafschoppen mochten nemen. Ron de Grauw was tweede doelman van dienst en hij nam deze taak steevast met zichtbare tegenzin op zich. Op deze oktoberavond was mijn clubje van toen, VVR, aan de beurt. Er gingen vanuit Rijsbergen een paar bussen met VVR-jeugdleden mee, die een plaatsje kregen in vak D, in de hoek van de overdekte staantribune; in die jaren in de eerste divisie was dit vak gereserveerd voor jeugd. Ik herinner me dat ik het grootste deel van de wedstrijd pal aan het hek heb gestaan, bij de cornervlag en er zeer van onder de indruk was dat ‘grootheden’ als Patrick Dick (wie?) en Gerry Voets op luttele meters afstand van mij hun kunsten uitvoerden. Voetballers waren voor mij tot dan toe foto’s van Paniniplaatjes. Nu kwam die magische wereld ineens een stuk dichterbij.

Later in dezelfde jaargang ben ik nog eens, na lang zeuren en aandringen mijnerzijds, aan de hand van stiefvader meegegaan – we zaten op de houten zittribune onderaan de hoofdtribune en regenden kletsnat, terwijl NAC opnieuw met 3-0 won, ditmaal van Frans Körvers Helmond Sport. Het seizoen erna kocht hij twee seizoenkaarten voor de hoge eretribune. Daar hebben we twee jaar gezeten, waarna ik in mijn eentje verhuisde naar staanvak C. Dit vak werd op een bepaald moment samengevoegd met de B-side, die zich aan de lange zijde van het stadion bevond, tegenover de hoofdtribune. Meestal ging ik vanuit Rijsbergen op de fiets naar de wedstrijden, een kleine tien kilometer. Ik ging ook naar school in Breda en was deze afstand dus gewend. Mijn fietsje parkeerde ik bij Café Cordial, pal naast de ingang van het terrein. In totaal heb ik aan de Beatrixstraat tussen 1989 en het einde van het stadion in 1996 ruim 130 wedstrijden gezien.

De eerstedivisiejaren (1989-1993)

NAC was in 1989-1990 eerstedivisionist en speelde gemiddeld voor zo’n 4.500 man zijn thuiswedstrijden. De allerzwartste jaren uit de clubgeschiedenis waren net voorbij. In het seizoen 1987-1988 moest zelfs de massagetafel van verzorger Gerard van der Wiel worden verkocht om een faillissement af te wenden. NAC werd twee-na-laatste in de eerste divisie. Trainer Hans Verèl mocht echter blijven en met een elftal van veelal jonge spelers gaan bouwen. In 1988-’89 was er al stevige verbetering met een middenmootpositie, die onder meer werd afgedwongen dankzij de dynamische, van Sparta overgenomen middenvelder Andro Knel. In de zomerstop van 1989 zou hij omkomen bij de vliegramp in Zanderij. Een jaar later deed NAC zowaar mee in de top van de eerste divisie, al werd al snel duidelijk dat het SVV van John van Dijk en Dick Advocaat ongenaakbaar kampioen zou worden – ja echt, dat is het SVV wat vandaag de dag in de 3e klasse van de zondagamateurs acteert. NAC eindigde verdienstelijk tweede, maar zou in de nacompetitie tegen Go Ahead en Heerenveen ten onder gaan.

Inmiddels was Hans Verèl zijn baan kwijtgeraakt aan Cor Pot. De Rotterdamse trainer werd nooit populair in Breda, noch bij zijn spelers, noch bij de supporters. “Pot rot op”, stond er al bij de eerste wedstrijd van seizoen ’90-’91 op een enorm spandoek dat bij de B-side werd ontrold. Al zou NAC opnieuw promotie mislopen, dit seizoen is in mijn herinnering het allermooiste. Pot liet zijn elftal zeer aanvallend voetbal spelen en in thuiswedstrijden regende het doelpunten (er vielen uitslagen als 5-3, 5-2, 4-0, 4-3, 7-1, nog een 4-3, 5-0 en als klap op de vuurpijl een 6-4 in de laatste wedstrijd, tegen Haarlem). De flegmatieke, maar begaafde Dennis van der Gijp excelleerde op het middenveld. Gedurende het seizoen zou hij zijn plek verliezen aan Ton Lokhoff, die van Feyenoord werd teruggehaald. Dankzij zijn inbreng werd het aanvalsspel allen nog maar opwindender. In de spits liepen John Lammers en Ton Cornelissen, die allebei aan de lopende band scoorden (Lammers 15 doelpunten, Cornelissen 35!). Keeper was John Karelse, achterin stonden Hans van den Dungen, Danny Schrijvers (de zwakste schakel), Ruud Brood en linksachter Jacques Koumans of John Smit. Op het middenveld liepen Peter Remie, schaver Gerard den Haan, Lokhoff / Van der Gijp en Johan Gabriëls. Toen Brood halverwege het jaar zwaar geblesseerd raakte, werd de liberopositie op briljante wijze ingevuld door routinier – en eigenlijk aanvaller – Cees Schapendonk.

Af en toe mocht Wanny van Gils ook opdraven, een zeer sloom ogende, maar af en toe briljante speler die in de as op elke positie kon spelen. Bij de supporters werd Van Gils afwisselend bejubeld en verguisd; “Wanny, Wanny, hij wil wel maar hij kannie” is een legendarisch geworden yell uit die jaren. Van Gils was bezig aan zijn laatste seizoen in het betaalde voetbal. Hij zorgde voor hét moment dat elke NAC-supporter uit die tijd nog op het netvlies gegrift zal staan: in de verder niet meer zo belangrijke thuiswedstrijd tegen Eindhoven (3-0) – niet meer zo belangrijk, omdat De Graafschap het SVV van 1990-‘91 was – scoorde hij deeerste treffer na een slalom vanaf eigen helft om een man of vijf, zes van Eindhoven heen, inclusief keeper Van der Sleen.

In de nacompetitie won NAC de poule met AZ en FC Zwolle, maar verloor op een haar na de finale tegen VVV (1-0 verlies in Venlo, 2-1 winst in Breda). Het stadion aan de Beatrixstraat was afgeladen vol en de stemming was er ongezien. Des te groter ook de verslagenheid – zowel op het veld als ernaast – toen Driessen namens VVV de 2-0 in 2-1 omboog. Ik heb dagenlang met mijn ziel onder de arm rondgelopen. NAC was de veel betere ploeg, maar moest nu in de barrage met de nummer 16 van de eredivisie, opnieuw het vermaledijde SVV, aan de slag. De pijp van de spelers was echter leeg: 1-4-verlies in eigen huis en daarna een zinloze wedstrijd in een bijna lege Kuip: 1-1. Het seizoen eindigde in mineur.

Het jaar erna is alles minder. De verhouding tussen de spelersgroep en Cor Pot wordt slechter en slechter. Spelers melden anoniem aan journalisten van De Stem dat ze voor deze trainer hun best niet wensen te doen. De sfeer in het stadion wordt grimmig. De B-side keert zich nu massaal tegen Cor Pot en laat het eigen vak tijdens de thuiswedstrijd tegen RBC gedurende de eerste helft leeg. Na de thuisnederlaag tegen AZ grijpt het bestuur in en vervangt Pot door troubleshooter Jo Jansen. Onder hem gaat het nauwelijks beter. NAC haalt de subtop en een nacompetitieplaats, maar promoveert opnieuw niet.

Reportage rond de wedstrijd tussen NAC en de club die dat jaar kampioen werd, SC Cambuur. Jo Jansen mag de hoofdrol vertolken in een bijwijlen koddig filmpjeDe rellen na afloop van het duel (0-2) komen niet aan bod. Het was niet altijd hosanna aan de Beatrixstraat en supportersrellen kwamen beslist voor.

Het stadion

Het NAC-stadion aan de Beatrixstraat werd gebouwd in 1940; voordien speelde men aan de Haagweg, gelegen tussen Breda en Princenhage – oorspronkelijk een dorp op zich, maar in het interbellum aan de zuidrand van de stad vastgegroeid. Het nieuwe terrein ligt op een steenworp afstand van het stadscentrum, in het Burgemeester Van Sonsbeeckpark – ‘Het Ei’ geheten in de volksmond naar het gelijknamige zwembad achter het stadion. Het veld wordt omgeven door de deftige huizen aan de Beatrixstraat en de Bernhardsingel – aan de Beatrixstraat kunnen mensen vanaf hun balkons meekijken en bij belangrijke wedstrijden puilen ook de dakramen uit.

De tribunes rond het hoofdveld zijn een aantal keren verbouwd – de laatste van deze verbouwingen vond plaats in 1977, toen de karakteristieke, hoge dubbeldekszittribune verrees aan de Princenhaagse zijde van het stadion. De overige drie zijden boden louter staanplaatsen, waarvan die aan de lange kant met overkapping. In totaal konden 18.500 mensen het stadion bevolken, maar nadat verstrengde veiligheidsmaatregelen waren ingevoerd, hield de teller al op bij +/- 13.000 man.

Eveneens in de jaren ’70 werd het terrein voorzien van verlichting. NAC ging op zaterdagavond spelen en het spreekwoordelijk geworden ‘Avondje NAC’ (een slimme publiciteitskreet bedacht door de toenmalige hoofdtrainer Bob Maaskant) werd een feit. Achter de hoofdtribune verrezen rond 1990 nog een sponsorruimte en een administratiekantoortje, maar deze hadden toch meer weg van kartonnen dozen dan van permanente bouw.

Promotie naar de eredivisie (1993)

Het seizoen 1992-’93 begint buitengewoon matig. Ondanks het aantrekken van sterke spelers als Romeo Zondervan en Geert Brusselers – Pierre van Hooijdonk was in de loop van het seizoen ervoor de gelederen komen versterken – slaagt de nieuwe trainer Piet de Visser er niet in de ploeg aan het draaien te krijgen. Oververmoeid wordt de Zeeuwse oefenmeester in januari opgevolgd door een man die juist zijn trainersdiploma heeft gehaald: Ron Spelbos. De no nonsense-werkwijze van Spelbos slaat aan bij de notoir lastige spelersgroep – de grootste querulant, Hans van den Dungen, wordt op de tribune gezet – en het gaat draaien. NAC pakt, dankzij onder meer een 6-0-zege op BV Emmen en een 8-0 tegen SC Heracles ’74, in maart de periodetitel en kan zich daarom opnieuw opmaken voor de nacompetitie (de titel gaat naar VVV).

Intussen is de vonk van het veld naar de tribunes overgeslagen en heeft een aantal eigenaardige yells ingang gevonden, waaronder het nog steeds gangbare ‘Ronald Spelbos Yellow Armée’ alsmede ‘Zigge-zagge N.A.C.’ (de laatste kreet onder aanvoering van de prettig gestoorde aanjager van de B-side, Siep); ook het community singing, waarbij tribunes met elkaar een vraag-en-antwoordspel aangaan, vindt zijn oorsprong in de eerste maanden van 1993. In de nacompetitie (de vierde op rij) komt NAC in een poule terecht met De Graafschap en eredivisionist Den Bosch. Uit de vier wedstrijden wordt het maximum van de punten behaald, maar zonder moeite gaat dat niet. De thuiswedstrijden zijn ware happenings met uitpuilende tribunes en bloedstollend spannende scenario’s op het veld. De beslissing valt in De Vliert, waar NAC voor een reusachtig legioen van eigen supporters Den Bosch met 0-3 verslaat. Een volksfeest barst los – al filerijdend tussen Den Bosch en Breda, en ’s avonds op een overvolle Grote Markt. Voor het eerst sinds acht jaar mag NAC weer naar de eredivisie.

Mooie laatste jaren (1993-1996)

De plannen voor een nieuw stadion zijn er al sinds eind jaren ’80; het oude onderkomen is verouderd en bovendien voor de ambities van NAC (de eredivisie) te klein. Vanaf 1995 wordt gebouwd aan de uitvalsweg tussen Breda en de Haagse Beemden / Prinsenbeek, aan de westkant van de stad; het nieuwe stadion zou medio 1996 in gebruik worden genomen.

Tot die tijd mocht de Beatrixstraat nog genieten van drie ‘vette’ NAC-jaren met volle tribunes, dikwijls ongelofelijke sfeer, een goed elftal en prima resultaten. In het eerste jaar na de promotie eindigde NAC – met Lokhoff, Van Hooijdonk en Lammers nog steeds als sterkhouders – direct in het linkerrijtje. Het seizoen erna werd alles minder, mede door het tussentijdse vertrek van Pierre van Hooijdonk naar Celtic, al was de 2-2 thuis tegen Ajax (gelijkmaker van Lokhoff in de laatste minuut) een regelrecht hoogtepunt; nog nooit heb ik zo’n orkaan van geluid horen opstijgen als die avond na het laatste doelpunt.

Dieptepunten waren er in die drie jaar ook; ik denk dan met name aan de wedstrijden tegen Feyenoord die ofwel uit de hand liepen (aangespoord door eigen spelers veroveren Feyenoord-hooligans thuisvakken) ofwel gepaard gingen met zoveel veiligheidsmaatregelen, dat van een ongedwongen sfeer geen sprake meer was; het stadion werd omgeven met zeecontainers en zelfs kleine kinderen werden gefouilleerd. De uitslag was altijd hetzelfde: verdiend of onverdiend, Feyenoord won (driemaal voor de competitie, en éénmaal voor de beker).

In 1995-’96 wordt Spelbos vervangen door Wim Rijsbergen. Onder hem speelt NAC tot het laatst mee om Europees voetbal en worden, vooral aan de hand van de doelpunten en tomeloze inzet van de Australische spits Graham Arnold, spectaculaire overwinningen geboekt op PSV, Heerenveen en FC Utrecht. NAC-SC Heerenveen was één van de laatste thuismatchen van het seizoen. Vlak voor de aftrap ging door een fakkel het dak boven de overdekte staantribune in brand. De supporters op de B-side – ondergetekende incluis – rennen voor hun leven. Gelukkig komt iedereen met de schrik vrij; met een uur vertraging gaat vervolgens ook op het veld ‘het dak eraf’ en wint NAC ondanks een vroege achterstand (0-1 binnen 10 seconden) met 5-1. De gebeurtenissen in Breda die avond halen zelfs het toen nog o-zo-formele NOS-Journaal.

Jammer genoeg krijgt het stadion geen waardig einde. De laatste competitiewedstrijd (ook afscheidswedstrijd van Ton Lokhoff voor eigen publiek) gaat verloren (0-3 tegen Feyenoord); vervolgens vinden er bij de feestelijkheden rond de daarna nog voor een vol stadion georganiseerde vriendenwedstrijd van NAC tegen Oud-NAC onverkwikkelijke taferelen plaats, waarbij hooligans het veld opstormen en het protocol om zeep helpen.

Niets wat er bleef voor mij dan een ansicht en herinneringen

In de zomer van 1996 werd het NAC-stadion in rap tempo afgebroken. Het terrein – dat ook enkele trainingsvelden omvatte – is intussen omgeturnd tot een nette woonwijk met straten die namen hebben gekregen die net als de Beatrixstraat refereren aan leden van de Oranjefamilie. Ongelukkig genoeg is er niets dat nog herinnert aan het stadion: geen monument, zelfs geen gedenkplaquette (update: daar kwam in 2012 verandering in). Zelfs het legendarische café ‘De Cordial’, dat vlak naast de ingang van het terrein stond, is weg.

Het heimwee naar het oude stadion is nooit verdwenen. Helaas heb ik, behalve twee luchtfoto’s gemaakt tijdens een rondvlucht die ik met twee van mijn klasgenoten in 1995 won met een sporttoernooi op school (mijn gymdocent had een vliegbrevet!), nooit zelf foto’s gemaakt van het terrein. De rest van de bovenstaande foto's heb ik later bijeen verzameld. 

Als het verleden niets betekent voor het heden

Wat betekent het heden dan voor de toekomst?

Leve de nostalgie!

© W.B. Tukker - 2011

2 comments:

  1. Mooie tijden....

    ReplyDelete
  2. top man die fotos uit de lucht :)

    aan het stads archief aanbieden

    ReplyDelete